Kennis

Wetsvoorstel Maatschappelijk Verantwoord Inkopen Jeugdwet en Wmo 2015

Signalering sociaal domein

Naar verwachting zal 1 april 2021 het wetsvoorstel ‘Maatschappelijk Verantwoord Inkopen Jeugdwet en Wmo 2015’ (hierna: het wetsvoorstel) in werking treden. Het wetsvoorstel heeft gevolgen voor de wijze waarop inkoop- en aanbestedingstrajecten in het sociaal domein kunnen worden ingericht.

Door middel van deze signalering wil ik u kort over deze ontwikkeling informeren.

Loslaten emvi-verplichting

Een belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel is het loslaten van de verplichting voor gemeenten om opdrachten voor diensten op grond van de Jeugdwet en Wmo 2015 te gunnen op basis van het gunningscriterium economisch meest voordelige inschrijving (emvi). Het verbod van gunning op laagste prijs blijft overigens wel gelden. Ook zullen gemeenten rekening moeten blijven houden met de door zorgaanbieders aangeboden kwaliteit.

Achtergrond van dit wetsvoorstel is dat gemeenten bij het inkopen van jeugdhulp of maatschappelijke ondersteuning gebruik kunnen maken van het verlichte aanbestedingsregime (art. 2.38 en 2.39 Aw). Het artikel dat voorschrijft dat een aanbestedende dienst een overheidsopdracht moet gunnen op grond van de naar haar oordeel economisch meest voordelige inschrijving (art. 2.114 Aw), is dan niet van toepassing. De Jeugdwet en de Wmo 2015 verplichten gemeenten echter toch gebruik te maken van emvi. Deze verplichting zou voor ingewikkelde aanbestedingsprocedures en disproportionele uitvoeringslasten zorgen bij zowel gemeenten als zorgaanbieders.

Door de emvi-verplichting te schrappen zou het voor gemeenten mogelijk worden om de aanbestedingsprocedures eenvoudiger in te richten. Zo zouden gemeenten voor het selecteren van zorgaanbieders bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van enkel geschiktheidseisen en selectiecriteria, in plaats van ingewikkelde gunningssystematieken. Gesprekken tussen gemeenten en zorgaanbieders zouden dan niet langer hoeven gaan over aanbestedingsprocedures, maar over de inhoud van de te leveren zorg en de beste vorm van samenwerking. Ook zou het wetsvoorstel moeten zorgen voor minder administratieve lasten.

Het is nog onduidelijk hoe de gunningssystematiek volgens de wetgever wel zou moeten worden ingericht. Het verbod om op laagste prijs te gunnen blijft immers gehandhaafd en er wordt (terecht) gewicht toegekend aan de te leveren kwaliteit. Ook moet duidelijk worden hoe het eventueel enkel gebruikmaken van geschiktheidseisen en selectiecriteria zich verhoudt tot de wens dat in de toekomst minder gebruik wordt gemaakt van open house inkoopprocedures. Wij zijn benieuwd of daar nog kamervragen over zullen worden gesteld.

AMvB reële prijs Jeugdwet

Naast het voorgaande wordt in het wetsvoorstel een delegatiebepaling ingevoerd op basis waarvan bij algemene maatregel van bestuur nadere regels kunnen worden gesteld met betrekking tot reële prijzen en zorgvuldigheidseisen. Op basis van deze bepaling zal begin volgend jaar naar verwachting ook de AMvB reële prijs Jeugdwet in werking treden. Voor meer informatie over de AMvB en reële tarieven in de zorg verwijs ik naar het artikel ‘Inkopen in de zorg: een zoektocht naar reële tarieven’.

Afsluitend

Wij blijven u op de hoogte houden van de ontwikkelingen met betrekking tot het wetsvoorstel en denken graag met u mee over de wijze waarop inkooptrajecten en contracten met zorgaanbieders kunnen worden ingericht. Voor vragen omtrent inkopen en aanbesteden in het sociaal domein kunt u contact opnemen.

Expertteams

Auteurs

/site/assets/files/1064/guilia-van-den-beuken.jpg

mr. Giulia van den Beuken

advocaat

+31 (0)6 57334181
h