In aanbestedingen wordt van inschrijvers een proactieve houding verwacht. Dat betekent onder meer dat een inschrijver eventuele bezwaren tegen de aanbesteding op tijd kenbaar moet maken.
Doet hij dat niet? Dan loopt hij het risico dat de aanbestedende dienst een beroep doet op rechtsverwerking. Dat kan tot gevolg hebben dat de inschrijver zijn recht om alsnog bezwaar te maken heeft verspeeld.
Heeft de inschrijver zijn bezwaren wel proactief naar voren gebracht, dan zal een beroep op rechtsverwerking doorgaans niet slagen. Zo’n beroep zal ook niet slagen als sprake is van een fundamenteel gebrek in de aanbesteding.
Maar wanneer is daar sprake van?
Dat bespraken Nienke Keus-Goldberg en Misha Leppers in een noot bij een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin zij uitgebreid ingaan op de impact van fundamentele gebreken op rechtsverwerking bij aanbesteden.
Aan bod komen onder meer diverse voorbeelden uit de jurisprudentie die als gemeenschappelijk kenmerk hebben dat één van de doelen van het aanbestedingsrecht werd geschonden, namelijk het bevorderen van de mededinging Ook wordt er een uitspraak gesignaleerd waarbij stijd met het transparantiebeginsel - één van de andere doelen van het aanbestedingsrecht - een fundamenteel gebrek heeft opgeleverd.
Meer weten? Neem gerust contact op!
Deze noot is gepubliceerd in JAAN 2024/145 d.d. 8 november 2024, p. 667-680
Klik hier voor de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.
Download publicatie